In memoriam

Jan Jacob Dijkstra

Hem 9 mei 1947*
Hoorn 3 juni 2024†

Er staan dozen in de kamer. Heel veel dozen. Klaar om verzonden te worden naar Gambia. "Hebben ze nodig, shirts, schoenen." Zo zit Jan Dijkstra op de praatstoel. Als een waterval, komen de woorden op je af. Vol passie spreekt hij over zijn grote liefde: voetbal. Hij zal zelf meer dan 60 wedstrijden fluiten. Méér dan dat: hij treedt dikwijls als verzoener op in conflicten, zo is Jan: gedreven correct en vol vuur.

Tijdens een ander bezoekje loopt Jan net naar de schuur. Jan is in schuur broer, maatje, compagnon van Klaas méér dan zestig jaar lang. Ze verwerken bloemen, snijden ze, zo veel mensen vreugde brengend.

Dan word ik gebeld: "met Jan Dijkstra". Ik ben pas nog geweest denk ik. Er moet wel wat zijn. Jan zwijgt, ik zwijg, beiden de ernst van der situatie begrijpend. Misschien nog niet direct, maar het zou weldra komen. "Ik dronk, rookte nooit; hoe kan het." Het kan en kon niet, zijn ziekte. En elke verklaring van het hoe en waarom van zijn ziek zijn, is ongepast.

Jan en ik praten, een verhaal uit dat oude boek, de Bijbel schiet mij te binnen. Een verhaal over een toren die omviel op 18 mensen. Die mensen vonden de dood met het omvallen van die toren. Dan zijn er omstanders die zeggen "dat moeten wel lichtzinnige mensen geweest zijn." "Nee" zegt Jezus, "dat kan en mag je niet zeggen." "Het is pech, pech, gewoonweg erg." Eke uitleg elke verklaring doet te kort aan het leed van de omgekomenen en slachtoffers en nabestaanden.

Zo is het met Jans ziekte. Jan Dijkstra, wist het, God is geen veroorzaker van leed, geen God van het noodlot. Van geen ziekte of noodlot. De echte God, geen boeman, maar staat naast je als broeder, als en in mensen om je heen.

Aanwezig in de mensen om hem heen, ja in de bloemen, in het wonder van het leven, voor Jan. Dat de zon scheen over het erf, over de einder, het land van Klaas en Boudien , verschijnend in de buren van de Meeweg, de mensen van Hem, de gezondheidszorg waar hij altijd met lof over sprak, heel de voetbalfamilie en mensen van de kerk, familie en kleinkinderen al die mensen om hem heen. Zij waren als tekenen van Godswonderen voor hem. zijn geloof.

Zo was hij mens, in het spel koning voetbal dienend, 50 jaar scheids. Zo was hij toegewijd aan zijn werk, aan mensen. Moge de nagedachtenis aan hem ons tot zegen zijn, Jan Jacob Dijkstra.


Ds.M. Camarasa